Allereerst moet bekeken worden of het om een auto van de zaak gaat en of die (personen- of bestel)auto wel “ter beschikking staat” in de zin van de bijtelling. Als dat het geval is, kan bekeken worden of er een uitzondering van toepassing is. Dat is vooral bij bestelauto’s aan de orde.
Als de auto ter beschikking staat, en geen uitzondering van toepassing is, is het uitgangspunt een bijtelling voor privégebruik. Of de auto ook daadwerkelijk privé gebruikt wordt, is daarbij niet van belang. Het gaat bij de bijtelling om de beschikkingsmacht, niet over het werkelijke gebruik. Wel is het mogelijk om de bijtelling voor het privégebruik van een auto van de zaak te voorkomen door het leveren van ‘tegenbewijs’ als op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé met de auto wordt gereden. Dit kan worden aangetoond door een sluitende rittenregistratie.
Voor bestelauto’s kan de bijtelling ook worden voor komen met een zg. “Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto”. Een rittenregistratie is dan zelfs niet eens nodig.
Tip: Let erop dat de tegenbewijsregeling op jaarbasis geldt.