Als je een inwoner van Nederland bent en een auto met buitenlands kenteken gebruikt, ben je – als er geen bijzondere vrijstelling geldt – bij eerste gebruik van de Nederlandse openbare weg BPM verschuldigd. Als een werknemer echter geen invloed heeft op de beslissing waar de auto die hij voor zijn werk gebruikt geregistreerd is, kan een vrijstelling van toepassing zijn. De auto moet dan hoofdzakelijk (dat wil zeggen: voor 70% of meer) bestemd zijn voor de uitoefening van het werk buiten Nederland. De vrijstelling geldt alleen als je hier van tevoren om verzocht hebt en de inspecteur een positieve beschikking heeft afgegeven. Bij de aanvraag moet je een schriftelijke verklaring van de werkgever verstrekken dat de auto ook privé gebruikt mag worden.
De auto mag je in dit geval ook voor de Nederlandse privéritten van jouzelf en van inwonende gezinsleden gebruiken.