De BPM is een zogenaamde ‘tijdstipbelasting’. Dat wil zeggen dat er belasting wordt geheven als zich op een bepaald tijdstip een belastbaar feit voordoet. Het is, anders dan de motorrijtuigenbelasting, geen belasting op het houden van een auto of het gebruik van de weg. Met andere woorden: bij de BPM wordt belasting geheven over de registratie of het eerste gebruik van de openbare weg. Omdat Europeesrechtelijk echter geen grensoverschrijdende belemmeringen mogen worden opgeworpen, geldt er sinds een paar jaar echter een teruggaafmogelijkheid.
Als er op de auto op of na 16 oktober 2006 BPM is geheven (meestal op basis van de kentekenregistratie, of bij aanvang van het Nederlandse weggebruik met een buitenlands kenteken), wordt de BPM teruggegeven bij export. Bij export van auto’s waarop vóór 16 oktober 2006 BPM is geheven, is er geen teruggaafmogelijkheid bij export.
Van belang is dat de teruggave alleen mogelijk is bij export naar een EU- of EER-land (Noorwegen, Liechtenstein, IJsland). Tevens is bepaald dat de te exporteren auto in het Nederlandse kentekenregister niet mag zijn aangemerkt als motorrijtuig bestemd voor sloop of een motorrijtuig dat wacht op keuring. Het verzoek om teruggaaf moet worden ingediend binnen 13 weken na de beëindiging van de tenaamstelling in het Nederlandse kentekenregister. Daarbij moet een bewijs worden overlegd dat de auto in het buitenland is geregistreerd. Vanaf 2016 is een registratie op een tijdelijk kenteken in het buitenland daarvoor niet meer voldoende.
Als de export plaatsvindt met de kennelijke bedoeling dat de auto binnen 12 maanden weer in Nederland geregistreerd of gebruikt zal worden, wordt de teruggaaf geweigerd.
De exacte teruggaaf wordt vastgesteld op basis van een tabel die per leeftijdsklasse een afschrijvingspercentage te zien geeft. De teruggaaf is echter nooit meer dan het bedrag dat nog aan BPM op de betreffende auto drukt.