De BPM (‘aanschafbelasting’) op een nieuwe personenauto is afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. De vrijstelling van deze belasting voor de meeste zuinige auto’s is nu beperkt tot uitsluitend de auto’s zonder CO2-uitstoot. Volledig elektrische auto’s zijn daardoor ook in 2022 vrij van BPM-heffing. Met de wettelijke uitwerking van de maatregelen uit het Klimaatakkoord loopt die vrijstelling nog door tot en met 2024. Daarna geldt alleen het vaste basisbedrag van ruim € 360. Op langere termijn zorgt de toename van het aantal elektrische auto’s daarmee voor de vraag hoe de autobelastingen op langere termijn vormgegeven moeten worden. De BPM en de accijnsopbrengsten vallen immers grotendeels weg. Er wordt daarom een verkenning gedaan naar de mogelijkheden van een nieuw stelsel van autobelastingen. Ook de kilometerbeprijzing wordt daarbij bekeken.
Voor de elektrische bestelauto’s heeft de BPM-vrijstelling een gunstig neveneffect in de bijtelling. Ook een elektrische bestelauto heeft een BPM-vrijstelling. Vaak zal echter voor dieselbestelauto’s ook een vrijstelling gelden: de BPM-ondernemersvrijstelling. De BPM-vrijstelling voor EV’s heeft dan effectief geen invloed op de hoogte van de te betalen BPM. Maar de BPM-vrijstelling voor elektrische bestelauto’s zorgt er wel voor dat er ook geen BPM in de kentekengegevens van de auto wordt vermeld. De catalogusprijs voor de bijtelling is dan een bedrag exclusief BPM, wat gunstig is voor de netto bijtelling. Bij dieselbestelauto’s telt de BPM wel mee in de catalogusprijs voor de bijtelling.