Het doel van de rit is in principe bepalend
voor de beoordeling of er sprake is van zakelijke of privé-kilometers.
Ga je als werknemer bijvoorbeeld op familiebezoek met de
wachtdienstauto, dan zijn dit privé-kilometers. Wordt je tijdens het het
familiebezoek opgeroepen voor bijvoorbeeld een storing, dan krijgt de
rit een zakelijk karakter. De eerste kilometers voor het bezoek aan de
familie blijven dan echter privé-kilometers.
Ben je na een zakelijke rit naar een privébestemming gereden anders dan
je eigen huis, dan wijk je af van de gebruikelijke route van
woon-werkverkeer. Ook de omrijkilometers zijn dan privé-kilometers.
Maar onder voorwaarden is het bij wachtdiensten mogelijk dat je toch álle kilometers die je met de auto rijdt als zakelijk aanmerkt. Dus niet alleen de zakelijke ritten en het woon-werkverkeer, maar ook de privé-kilometers die je tijdens de wachtdiensten maakt.
Voor toepassing van deze ‘wachtdienstregeling’ gelden de volgende voorwaarden:
– de werknemer mag geen invloed hebben op de keuze van de aangeschafte auto;
– de werknemer dient over een privéauto te beschikken die minimaal even goed bruikbaar is voor privégebruik als de auto van de zaak;
– de werknemer is verplicht om tijdens de wachtdiensten binnen een redelijke afstand van zijn woonplaats te blijven;
– tijdens de wachtdiensten dient de werknemer bij te houden hoeveel kilometers worden gereden. Daarbij dient de werknemer ook het aantal en de plaats van de werkzaamheden waarvoor hij is opgeroepen bij te houden.